• No Products in the Cart

Martin Hoeben voelt zich een pechvogel en geluksvogel: ‘Als je dialyseert, stopt een groot deel van je leven’

  • Marina
  • aug 5, 2020

Martin Hoeben weet wat lijden is. Twee jaar geleden kreeg hij zijn eerste donornier. “Maar die was niet goed, dat wisten artsen pas achteraf.” Na zeventien dagen werd de nier verwijderd. Een half jaar later kreeg hij een tweede nier. Die kwam wat moeilijk op gang, maar werkt inmiddels goed. “Ik ben een pechvogel én de grootste geluksvogel.”

Het lijkt wel of nierfalen in de familie van Martin (74) uit Beverwijk zit. Zijn vader overleed eraan op zijn zeventigste. “In de jaren tachtig was je na je zestigste te oud voor een transplantatie”, legt de zoon van een bakker uit. Inmiddels heeft zijn broer ook de eerste nierklachten te pakken. “Het schijnt erfelijk te zien”, denkt de Beverwijker die ruim twintig jaar kantinebaas was bij voetbalclub De Kennemers.

Last van zijn nieren heeft Martin, vader van twee zoons, eigenlijk nooit gehad. Na een hartinfarct halverwege de jaren negentig, liep de nierfunctie terug, waarop zijn nieren regelmatig gecontroleerd werden. In 2006 kreeg hij diabetes. “De medicijnen tegen suiker tasten je nieren aan.”

Statistiek
Maar aan energie geen gebrek bij de voormalig boekhouder. “Ik deed gewoon alles in het leven.” Zijn nierfunctie was lang stabiel rond 33 procent. Soms viel de functie terug tot onder de twintig procent. “Bij de volgende controle zat ik weer boven de twintig. Op een gegeven moment zat ik rond de vijf procent. Ik had nergens last van.”

Omdat Martin zich goed bleef voelen, was dialyse nog niet nodig. Artsen waren het spoor flink bijster. “Een van de artsen zei tegen me: Je gooit mijn hele statistiek in de war.”

Het is 30 januari 2018 als Martin door het toenmalige VUmc in Amsterdam om een uur ‘s nachts gebeld wordt. “Of ik gelijk naar het ziekenhuis kon komen, want er was een nier. Mijn vrouw Nel en ik waren nog wakker, hoor. We zaten televisie te kijken. We gaan nooit zo vroeg slapen.”

Een uur later was het echtpaar dat 54 jaar getrouwd is, in de hoofdstad. “We hebben tot zes uur ‘s ochtends daar gezeten en gewacht”, herinnert Nel (72). ,,Ik mocht toen meelopen tot aan de operatiekamer. Ik weet nog dat ik naast een man met een karretje liep. In dat karretje zat de donornier. Die man mocht natuurlijk wel naar binnen, ik moest wegwezen. Ik mocht niet blijven, dus ben ik naar huis gegaan.”

Shock
Na de operatie werd al vrij snel duidelijk dat het weefsel was afgestorven. Martin: “Achteraf bleek dat de nier verkalkt was, maar dat konden artsen van tevoren niet zien. Die nier had eigenlijk nooit getransplanteerd mogen worden. Zeventien dagen later moest de nier eruit.”

Na een half jaar kreeg Martin een tweede nier. Zijn blijdschap verdween als sneeuw voor de zon toen hij na de transplantatie hoorde dat de nier niet wilde werken. “Krijgen we dit weer?”, reageerde hij destijds.

“De nier was in shock. Dit was de tweede teleurstelling. Die eerste moest eruit en deze werkte niet. Een grote teleurstelling.” Hij kreeg zware medicatie toegediend. ,,Op een bepaald moment vroeg ik aan de arts: Wanneer gaat u met die kuur beginnen? Toen bleek dat ze al begonnen waren. Ik merkte er totaal niets van.”

Zijn vrouw was vlak daarvoor genezen van lymfeklierkanker. “Mijn chemotherapie en bestraling had ik net afgerond. Het kwam goed uit, want dan kon ik hem heen en weer rijden naar Amsterdam voor de dialyse.”

Sceptisch
Aanvankelijk stond Martin sceptisch tegenover dialyseren. “Ik doe het echt niet, zei ik. Mijn vader moest destijds acht uur per dag dialyseren. Zijn botten waren helemaal versleten. Hij zat compleet in het gips. Ik zei: Daar begin ik echt niet aan.”

,,Toen heeft de arts mij meegenomen naar de zaal waar mensen gedialyseerd werden. Het viel mij zo vreselijk mee. Het enige wat heel vervelend is, is dat aanprikken. Maar ik had een vrouw uit Heerhugowaard die het blindelings kon. Ik heb ook wel meegemaakt dat het niet lukte en dat ik met een blauwe arm weer naar huis moest.”

“Ik kwam op een maandag voor dialyse en een nazorgafspraak toen de dokter zei: Hey, de nier slaat aan, hij zit al op achttien procent. We slaan de dialyse een keer over.”
Toen de Beverwijker de woensdag daarop weer kwam, zat zijn nierfunctie op 28 procent. “Ik mocht stoppen met dialyseren. Ik ben toen naar de zaal gegaan om afscheid te nemen van het dialysecentrum.”

Wonderbaarlijk
In het huidige Amsterdamse UMC, locatie AMC is hij inmiddels ontslagen. Nu is Martin onder controle in het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk. Zijn nierfunctie zit op ongeveer 58 procent. “Toen de nier ging werken, kon ik verder leven. Echt wonderbaarlijk.”

“Als je dialyseert, stopt een groot deel van je leven. Je moet om de dag dialyseren. Je gaat eigenlijk om de dag leven. Je bent gebonden”, weet Martin. ,,Je gaat er helemaal naar leven. Op een gegeven moment weet je niet beter. Bij een niertransplantatie krijg je je leven terug. Echt waar. Zo ervaar ik het echt.”

Bron: Noordhollands Dagblad, november 2020
Foto: Heleen Vink

YOU MIGHT ALSO LIKE