
Als 13-jarige zat Rivelino Rigters vast in de toenmalige jeugdgevangenis Amsterbaken in Amsterdam. Samen met vriendjes was hij opgepakt voor een beroving. Nu gaat Rigters terug naar de gevangenis om workshops te geven.
Op klaarlichte dag, bij een Amsterdams metrostation, zag rapper Rivelino Rigters, toen dertien jaar, zijn kans schoon. Samen met twee vrienden beroofde hij een man van zijn walkman, schoenen en jas. ‘Overal hingen camera’s, het duurde niet lang voordat de politie ons had gevonden. Diezelfde avond werd een van mijn vrienden opgepakt. Hij heeft ons erbij gelapt’, vertelt Rigters (43), die muziek maakt onder de artiestennaam Blackrockstar.
Rigters kreeg een paar maanden celstraf. Later volgden nog enkele korte celstraffen en een taakstraf. ‘Voor een jong kind heeft het veel impact om opgesloten te worden. Eerst de arrestatie, daarna zat ik in voorarrest en moest ik naar de rechter om mijn veroordeling op te halen. Vervolgens werd ik in een parketbus voor mijn gevoel het hele land door gereden, voordat ik bij de jeugdinrichting was.’
Eenmaal ‘binnen’ viel het mee. ‘Ik had verwacht alleen maar gevangenisbewaarders te zien, maar er waren ook groepsbegeleiders. Ze waren streng, maar ook begaan met mij. Dat was tof.’
Hij zat in jeugddetentie met zo’n tachtig jongeren verdeeld over drie units. Op zijn eigen unit zaten zo’n vijftien tot twintig jongeren. ‘Eerst was ik 24 uur per dag binnen, na een week mocht ik overdag naar school. Aan het eind van de schooldag moest ik terug naar de gevangenis. Wel apart. Maar ook bijzonder dat de begeleiders erop vertrouwden dat ik terug zou komen. Ze zeiden tegen iedereen: ‘Als je wegloopt, kom je op de telex, en als je heel lang wegblijft, zelfs bij tv-programma Opsporing Verzocht.’ Dat was mijn pakkie-an niet, dus ik zat mijn tijd uit.’
Rigters is na zijn eigen celstraf ‘straatwijzer’ uit de gevangenis gekomen. ‘Wat mij geholpen heeft, is dat ik een nieuwe community van gelovige mensen tegenkwam. Ik had eerder giftige vrienden. We daagden elkaar uit zo veel mogelijk delicten te plegen en steeds verder te gaan. Je duwt elkaar voor de kick naar de rand van het ravijn. Het gebeurt zo langzaam en subtiel dat je niet doorhebt dat je elkaar dood aan het maken bent.’
Sinds 2003 bezoekt Rigters, auteur van Bloedband, gevangenissen door heel Nederland, jeugdgevangenissen, maar ook penitentiaire inrichtingen (PI’s), waar volwassenen vastzitten.
Hoe ziet een bezoek van jou eruit?
‘Ik heb drie types bezoeken. Soms ga ik een week of een paar weken naar een gevangenis om workshops rap en storytelling te geven. Andere keren bied ik een talentontwikkelingstraject aan dat drie tot zes maanden duurt. Dan sta ik stil bij vragen als: wie ben je, waar wil je naartoe, en wat zijn je dromen en doelen? Bij dat traject schrijf ik met gevangenen hun verhaal. We schrijven ook cv’s en sollicitatiebrieven. En ik geef ook lezingen vanuit mijn eigen verhaal en de boeken die ik schrijf.’
Tijdens een rapworkshop praat Rigters met gevangenen over dromen, moeilijkheden, angsten en uitdagingen. ‘De informatie gieten we in een lied. Ik heb een mobiele studio, dus we kunnen de rap ter plekke opnemen. Als ik thuis ben, mix ik de rap en brand ik ’m op een cd’tje voor iedereen in de groep.’
Wat doet een bezoek met gevangenen?
‘Voor een gevangene is het fijn om iemand te hebben bij wie hij zijn ei kwijt kan. De workshops zijn een positieve uitlaatklep. In de gevangenis is het zeker niet altijd rozengeur en maneschijn; er is veel pijn en verdriet. Volwassen gevangenen hebben buiten vaak kinderen. Een workshop rap of storytelling is dan een manier om zichzelf te bevrijden van de isolatie.’
‘Een keer had een jongen mij op tv gezien. Hij wist niet dat ik zelf ook had gezeten. Ik merkte dat mijn verhaal hem op een positieve manier beïnvloedde. Hij dacht dat hij niet kon veranderen, maar nu gelooft hij dat het wel mogelijk is. Ik heb hem anderhalf jaar als mentor mogen begeleiden. Ik hoop dat ik een voorbeeld mag zijn door wie ik ben en hoe ik met anderen omga. Zonder te zeggen dat ik het beter weet of dat ik beter ben. Ik maak ook fouten, maar door Gods genade ben ik hier en kan ik dit werk doen. Ik wil gevangenen laten zien dat zij ook kunnen veranderen.’
Lees verder bij Nederlands Dagblad.