
Zeven Arubaanse vrouwen en een Nederlandse dominee vertaalden in 1916 voor het eerst het Nieuwe Testament in het Papiamento. Lang stonden de vrouwen in de schaduw van de predikant. Tot nu, want de Protestantse Gemeente Oranjestad op Aruba onderzocht wie deze vrouwen waren.
‘Het is uitzonderlijk dat begin van de twintigste eeuw zeven Arubaanse vrouwen het aandurfden om een veelomvattend werk als de vertaling van het Nieuwe Testament te maken. De stem van de vrouw werd immers in die tijd niet of nauwelijks gehoord’, zegt literatuur wetenschapper Wim Rutgers. ‘Pas in de tweede helft van de vorige eeuw zijn vrouwen gaan publiceren; daarvoor waren er nagenoeg geen vrouwelijke auteurs op het eiland. Deze dappere dames hebben dus een ontzagwekkend pionierswerk geleverd.’
Het is 1912 op Aruba. Dominee Gerrit Eijbers is dan predikant van de protestantse gemeente op het eiland. Hij verzamelt zeven vrouwen om hem te helpen een eerste volledige versie van het Nieuwe Testament te vertalen vanuit het Nederlands naar het Papiamento – de taal die in verschillende dialecten gesproken wordt op Aruba, Curaçao en Bonaire. Dan zijn er wel al losse vertalingen van bijvoorbeeld het Marcus- en Lucasevangelie, maar geen complete versie van het Nieuwe Testament.
monsterklus
De zeven dames vertalen in minder dan vier jaar alle 260 hoofdstukken en 7979 Bijbelverzen uit het Nieuwe Testament van de Statenvertaling. Met een kroontjespen schrijven ze duizend A4’tjes vol. Pagina voor pagina brengen ze het vertaalwerk lopend naar het huis van de dominee. Ze hebben naar verwachting honderden kilometers afgelegd om het vertaalwerk zorgvuldig af te geven. Eijbers legt de vertaling naast de Griekse grondtekst en voert een laatste controle uit. Daarna gaat de hele vertaling naar het Nederlands Bijbelgenootschap, die het project financiert en in 1916 uitgeeft. De eerste Arubaanse Bijbelvertaling van het Nieuwe Testament is dan een feit.
‘Het moet een monsterklus geweest zijn’, zegt Jan Rinzema, sinds september 2022 predikant van de Protestantse Gemeente Oranjestad op Aruba. ‘De Bijbel staat op naam van de Nederlandse dominee, maar het grondwerk is dus door de vrouwen gedaan. Bij de verschijning van de Bijbel zijn zij niet genoemd, maar ik hoop dat we deze fantastische vrouwen nu ruim honderd jaar later alsnog recht kunnen doen.’
Lees verder in het Nederlands Dagblad.