Regina’s moeder wilde niet meer leven en stopte met eten en drinken: ‘Ik was daar nog niet klaar voor’

Regina’s moeder wilde niet meer leven en stopte met eten en drinken: ‘Ik was daar nog niet klaar voor’

Op haar 84e verjaardag dronk Micheline een laatste kopje koffie. Om haar heen waren al haar geliefden. Elf dagen later overleed ze. Haar jongste dochter Regina Flu herinnert zich haar moeder als een integere vrouw. ‘Ze sprak nooit kwaad over iemand.’

In hetzelfde huis in Haarlem waar Micheline Flu overleed, woont dochter Regina nog steeds. Hier zorgde ze voor haar moeder na een beroerte. ‘Bij het raam stond het bed, ernaast de tillift.’ Mooie en minder mooie herinneringen van het leven in Suriname en in Nederland vliegen Regina’s gedachten binnen. ‘Mama is mishandeld door haar stiefmoeder; ze heeft er nooit over verteld.’

‘‘Ik wil niet meer eten en drinken’, zei mijn moeder plotseling. Ik verzorgde mijn ma toen al een jaar thuis. Als verpleegkundige wist ik wat deze woorden betekenden. Ze zei: ‘Ik wil niet meer, het is goed zo.’

Ik snap dat je niet meer wilt eten, maar drinken vind ik lastig, want dorst is vervelend’, reageerde ik. Toen ben ik met mijn moeder gaan onderhandelen. Kun je wachten totdat je jarig bent? Red je het tot 2 januari, dan kunnen we nog Kerst en Oud en Nieuw vieren. Ze antwoordde: ‘Het ligt niet aan mij, maar aan onze lieve Heer.’

Lang was ze niet met haar 1 meter 50, maar wat was ze sterk, zelfstandig en vol humor. Een hardwerkende vrouw. Haar vijf kinderen heeft ze alleen opgevoed. Eerst in Suriname, later in Nederland. Maar het mooiste vond ik haar integriteit en grote vergevingsgezindheid.

Mijn moeder is in Parijs geboren in 1924, als dochter van een Franse moeder en een Surinaamse vader. De eerste zes jaar van haar leven woonde ze daar. In die tijd begon het al te rommelen in Duitsland. Ik vermoed dat ze daarom via Frans-Guyana terug zijn gegaan naar Suriname.

In 1930 zijn haar ouders overleden, dus ze was jong wees. Haar oom en zijn tweede vrouw voedden haar op. Ze is als meisje slecht behandeld door haar stiefmoeder. Het stel had al een Javaanse pleegdochter. Haar stiefmoeder was ook Javaans en trok dat meisje voor.

schaamte

De vrouw mishandelde mijn moeder. Ze kreeg geen liefde, is tekortgedaan en mocht niet naar school. Alles wat mijn moeder wist, had ze zichzelf aangeleerd. Ma heeft nooit gezegd dat ze mishandeld is. Misschien uit schaamte. Later hoorden wij – haar kinderen – het via via. Ik vroeg toen: ‘Hoezo geef je nog om deze vrouw?’ Ze antwoordde: ‘Wat mij is aangedaan, is jullie niet aangedaan. Het is wat het is.’ Ze was zelfs bij het sterven van deze vrouw. Dat was mijn moeder ten voeten uit.

Ze sprak nooit kwaad over iemand. Ook niet als ze écht slecht behandeld was. Ze zei altijd: ‘Ik laat het over aan hun geweten.’ Ze moedigde ons als kinderen ook aan niet kwaad te spreken over anderen. Dan sloeg ze ons om de oren met spreekwoorden en gezegden. ‘Haal die balk uit je eigen oog in plaats van de splinter bij de ander.’ En wanneer ze iets in vertrouwen van iemand hoorde, vertelde ze het aan niemand door. Sommige dingen heeft ze zelfs in het graf meegenomen.

Precies dat leerde ik van haar: niet roddelen en niet oordelen. Je weet nooit wat er bij een ander speelt. Ze leerde mij om los te laten en te vergeven. Ik zeg nu ook: ik laat het over aan iemands geweten, ik ga door met mijn eigen leven.

‘In het verpleeghuis bad ze voor iedereen. Ze sloeg niemand over.’

Ik woonde tot mijn zestiende in Suriname. Pas later realiseerde ik me dat we als gezin erg arm waren. Ik heb dat als kind never nooit geweten. Mijn moeder liet ons er niets van merken. Ze was hartstikke inventief. Zij kon van niets iets maken als het om eten ging. Elke dag dekte ze de tafel. Ze zette geen pannen neer, maar deed de maaltijd altijd in schalen.

Wij aten de lekkerste maaltijden. Soms rijst met melk en suiker. Dan weer rijst met gesmolten roomboter en zout. En een klein stukje droog gebakken bakkeljauw eroverheen verkruimeld. Dan had je alsnog iets pittigs. Van oud brood maakte ze wentelteefjes. Daarvoor kocht ik een ei bij de overburen. Later ontdekte ik dat deze maaltijden helemaal niet doorsnee waren. Eigenlijk hadden we gewoon bijna geen eten, maar met honger naar bed ging ik nooit.

Door mijn moeder ken ik nummers als Al de weg leidt mij mijn Heiland en Stromen van zegen. Haar lievelingslied was Welk een vriend is onze Jezus. Als ze in de nacht nog het huishouden deed, zong ze deze liederen.

Jaren later, in 2003, kreeg mijn moeder thuis een beroerte. We – de kinderen – vonden haar te laat. Na een korte ziekenhuisopname ging ze naar een revalidatieafdeling. De schade was dermate erg dat ze niet meer zou kunnen lopen. Haar linkerzijde was helemaal aangetast. Mijn zelfstandige moeder werd rolstoelafhankelijk.

bidden

Revalidatie werd uiteindelijk permanent. In het verpleeghuis bad ze voor iedereen. Ze sloeg niemand over. Ik heb haar daar vier jaar verzorgd, omdat ik niet tevreden was over de zorg. Mijn moeder klaagde nooit en vertelde nooit iets over anderen, behalve een keer. Een zorgverlener deed haar pijn en dat zei ze tegen hem. Hij reageerde grof: ‘Ik stuur je terug naar Bouterse.’ De voormalige president van Suriname.

Na dat incident nam ik ma bij mij in huis. Een jaar later zei dat ze niet meer wilde leven. Ik moest flink slikken. Nu luisterde ik niet meer als zorgprofessional, die wist dat dit leven op een dag eindig was. Nu was ik het kind en ik voelde: ze kiest om niet verder te leven. Ik onderhandelde met haar, want ik was er nog niet klaar voor. Ik wilde tijd rekken. Ik had gehoopt dat ze, als ze hier in huis zou zijn, langer zou willen blijven.

We hadden veel lol met elkaar. Wanneer ik haar verplaatste, zei ik weleens: werk nou mee, ma. Dan maakte ze een grapje en hadden we allebei de slappe lach. Mijn twee jongens hebben haar een keer met de tillift op de bank gezet. Ze keken samen voetbal.

Maar voor mijn moeder was dit geen leven meer. Ze was altijd zelfstandig, onafhankelijk en had meerdere baantjes om voor ons te kunnen zorgen. Nu zei ze: het is genoeg. Dus straks heb ik geen moeder meer, realiseerde ik me. Ma stopte met eten en drinken. Ik sprak met haar af dat ik haar mond zou blijven verzorgen, zodat ze geen ontsteking zou krijgen.

‘Rouw zit in een geur, een geluid, een lied. Rouw gaat niet voorbij, het blijft altijd.’

Op 20 september werd ze 84 jaar. Twee dagen later vierden we haar verjaardag hier thuis. De tuin was vol met naaste familie. Zij lag in bed in de woonkamer. Ze dronk nog een kopje koffie. Daarna wilde ze echt niets meer. Elf dagen later was ze overleden.

Het duurde twee jaar voordat ik begon met rouwen. Dat gebeurde onverwachts en explosief. Ik zat een keer ’s avonds om elf uur in bed en ik bleef maar huilen. Na twee uur dacht ik: het is over. Maar dat was niet zo. Mensen zeggen vaak dat de pijn verdwijnt of slijt, maar het gemis blijft. En de pijn van het gemis blijft ook.

Het verlies overviel me meerdere keren in een tijdsbestek van tien jaar. Dan had ik iets meegemaakt en wilde ik het aan mijn moeder vertellen. Maar er is geen lijntje naar de hemel. Een andere keer was ik foto’s aan het opruimen op zolder. Ik kwam foto’s van haar tegen. Tranen stroomden over mijn wangen op de houten zoldervloer.

Rouw gaat niet voorbij, het blijft altijd. Het overweldigende verdriet is nu wel grotendeels voorbij. Nu is het meer dat wanneer ik iets zie, proef of ruik, ik aan mama denk. Rouw zit in een geur, een geluid, een lied. Of ik zie een foto van haar met prachtige, zilvergrijze haren en daar is meteen de herinnering. Het is onvoorspelbaar.

dankbaar

Laatst ging ik naar een printhuis om iets te printen. De man vroeg of ik Micheline Flu kende. Ja, dat is mijn moeder, antwoordde ik. Dat dacht deze man al, want ik lijk op haar. Hij vertelde hoeveel mijn moeder voor hem heeft betekend als jonge man van 24. Zij was als een moeder voor hem met wijze raad en een luisterend oor. Dat is typisch mijn ma. Als ik dan wegloop, voel ik even de pijn van het gemis. Tegelijkertijd ben ik dankbaar dat ze voor mensen klaarstond.

De liefde blijft altijd. Je stopt nooit van iemand te houden.’

Beeld: Peter Boer

Scroll naar boven