Gustav Borreman (55) werd als baby geadopteerd en groeide op als jongen van kleur in een wit gezin. In het domineesgezin leerde hij over goed en kwaad, naastenliefde en vergeving – waarden die hem nog altijd richting geven. ‘Met woede en agressie kun je geen gesprekken voeren.’ In de ND-serie Zeven Deugden spreken geïnterviewden zich uit over wijsheid, matigheid, rechtvaardigheid, dapperheid, geloof, hoop en liefde.
Geloof
‘Als baby van drie maanden ben ik geadopteerd. Mijn biologische vader was Congolees, mijn moeder is Nederlands. Mijn biologische ouders hebben mij afgestaan en ik kwam in het gezin Borreman in Drenthe. Ik heb een oudere broer en jongere zus die ook geadopteerd zijn, en een jongere broer die een natuurlijk kind van mijn ouders was.
Mijn adoptievader, Bert Borreman, kwam uit een traditionele christelijke boerenfamilie uit de Krimpenerwaard. Mijn adoptiemoeder Raya Philippo was dochter van een vakbondsman uit Bergen, zij was ook gelovig.
Mijn vader werd dominee in Noord-Scharwoude, Emmen en Amsterdam. Toen ik negen was, verhuisden we naar de hoofdstad. Van 1977 tot 1986 was mijn vader predikant van de Muiderkerk bij het Oosterpark. Ik groeide op in die kerk.
Pa werd de ‘rode dominee’ genoemd, omdat het een vrij oecumenische kerk was. Het was een plaats waar mensen van verschillende geloven samenkwamen: hervormden, gereformeerden, katholieken, joden en soms moslims. Politiek gezien was de kerk links georiënteerd en mensen waren actief in diaconie en bij demonstraties.
‘Als ik het moeilijk heb, bid ik nog wel eens of smeek ik God om iets.’
We hadden ook een zustergemeente in Berlijn en als uitwisseling gingen we daarnaartoe. Dat was nog voor de val van de Muur. Ik was veertien en in die tijd nog vrij gelovig en actief in de kerk. In Oost-Berlijn verbleven we een week bij iemand thuis, dat was bijzonder. De kerk stond vlak bij de Muur. Je zag het braakland, de wachttorens en het prikkeldraad. We lazen de namen van mensen die waren doodgeschoten.
In die tijd noemde ik mezelf denk ik wel christen; zo zou ik mezelf nu niet meer noemen. Als ik het moeilijk heb, bid ik nog weleens of smeek ik God om iets. Maar het idee van één enkel wezen dat alles heeft gemaakt, daar geloof ik niet meer in.
Ik geloof wel dat mensen God naar hun eigen beeld maken. Ik ben best blij dat ik opgevoed ben met het besef van goed en kwaad, naastenliefde en vergeving. Die waarden zijn nog steeds belangrijk voor me.’
Rechtvaardigheid
‘Een keer was ik uit geweest en liep ik op de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam. Aan de overkant, op honderdvijftig meter afstand, liep er een jongen met een meisje. Zij schreeuwde naar hem en opeens gaf hij haar een klap. Zij rende hem achterna toen hij haar opnieuw sloeg.
Ik rende er meteen op af en dook ertussen. Ik vond dat zo onrechtvaardig. Er kon van alles aan de hand zijn, maar een man die een vrouw slaat, dat kan gewoon niet. Ik was begin twintig, en het was best spannend, want je weet niet welke kant het opgaat. Maar het kan niet dat ik op zo’n moment niets doe.
Zo reageer ik nog steeds op onrechtvaardigheid. Die impulsen zijn heel sterk. Ik ben wel iets voorzichtiger geworden, dat heeft met de tijd te maken. Ik werk ook als trainingsacteur en daarbij doen we aan agressiehantering, onder andere in de zorg en het onderwijs, want overal kom je onrechtvaardigheid tegen. Het helpt om begrip te kweken om situaties tot rust te brengen.’
Dapperheid
‘Ik durf tussen ruziënde mensen te springen, dan ben ik niet bang. Maar op andere vlakken ben ik dat wel. Voor mij is moed het overwinnen van je angst: iets doen waarvoor je bang bent. Waar ik echt bang voor ben, daar praat ik moeilijk over en dat wil ik liever niet delen. Ik loop ervoor weg, stel het uit en ga het niet aan.
De ouders van mijn moeder waren dapper. Zij hebben in de Tweede Wereldoorlog Joodse onderduikers opgenomen op hun zolder. Iemand die ik ook dapper vind, is een vriend die chronisch ziek is. Hoe hij de ziekte draagt, dat bewonder ik. Een heleboel dingen lukken niet meer en toch is er belangstelling voor ons als vrienden.
We kennen elkaar al lang en als we samen zijn is er altijd vreugde. Het gaat hand in hand met tranen om wat niet meer lukt. Maar de levensvreugde, de liefde voor de omgeving, vrienden en humor blijven. Dat vind ik dapper en daar heb ik veel respect voor.
Tien jaar geleden was ik getuige van een heftig ongeluk. Ik ging vroeg in de ochtend naar Zeeland om te vissen op de Oosterschelde. Onderweg knalde een vrachtwagen met meer dan negentig kilometer per uur op een pijlwagen. Ik stapte uit en ving de chauffeur op. Zijn cabine lag voorover op straat en hij had glas in zijn gezicht. Een wegwerker raakte dodelijk gewond.
Na het geven van mijn verklaring reed ik door naar Zeeland om te gaan vissen. Op de terugweg, bij Rotterdam, kreeg ik bibbers. Ik ging naar een hengelsportzaak en heb daar even uitgerust. Daarna ging ik door met mijn leven, maar niets klopte meer. Alles verloor zijn waarde. Thuis was het niet tof, mijn relatie liep niet lekker en mijn werk voelde zinloos. Het was het begin van een trauma.
Op een gegeven moment was het duidelijk dat ik hulp nodig had. Maar mij melden bij een psycholoog, daar had ik moed voor nodig. Ik ben blij dat ik, na veel ijsberen in huis, die stap heb gezet.
Het ongeluk veroorzaakte iets anders bij mij. Dat is de essentie van een trauma: het is niet altijd de gebeurtenis zelf, maar wat het raakt. Je kunt de trigger voorbij laten gaan, maar je kunt ook de keuze maken om er iets mee te doen.’
Wijsheid
‘We leven in zo’n rare, gepolariseerde tijd. Als je met woede reageert, kan die woede legitiem zijn. Over het milieu, de groeiende ongelijkheid of mensen die teruggrijpen op domme ideeën als racisme en kolonialisme. Ook het idee van de ‘ratrace’, waarin enge rijke mannetjes zoals Trump en Musk schaamteloos de koers van zo veel mensen bepalen.
Zulke dingen maken me soms agressief, maar met agressie en woede kun je geen gesprekken voeren. Je komt dan alleen in contact met mensen die het met je eens zijn. Wijsheid betekent nadenken over anderen en begrip hebben voor mensen die dingen doen die jij slecht vindt. Wijsheid en kracht zijn nodig om contact te maken met een ander, en je aannames los te laten.
Wijsheid kan ook van anderen komen. Laatst had ik een gesprek met een acteur in Groningen. Ik vroeg hem of het nog wel zin heeft om kunst te maken. Ik wil nog iets betekenen, maar wat dan? Hij zei heel kalm: ‘Je inspireert al zo veel mensen met wat je nu doet.’ Dat inzien is ook een vorm van wijsheid. Het kan zelfs wijs zijn om te proberen dat genoeg te vinden.’
Matigheid
‘Ik ben er heel slecht in: matigheid. Ik kan niet goed sparen en ben ontzettend impulsief. Het geld dat ik bespaar, geef ik meestal uit aan mijn hobby’s. Als ik geen zin heb om te koken, bestel ik eten. Kleding en geld interesseren me weinig. Nieuwe kleding koop ik nauwelijks: ik koop tweedehands of ik krijg kleding van familie.
Ik ben een gepassioneerd visser. Ik houd van buiten zijn, van de natuur, kajakken en wildkamperen. Voor die hobby’s koop ik ook veel spullen, maar vaak niet nieuw. Ook in praten ben ik niet matig. Ik blijf maar babbelen. Mijn kinderen worden er gek van, want elk verhaal hebben ze al twee keer gehoord. Maar ik geniet ervan, ik vind het leuk om te vertellen.
‘Toen mijn zoon als kind een legotrein wilde, kocht ik die meteen. Al kostte het 183 euro. Over de prijs van de legotrein jokte ik dan wel weer tegen mijn vriendin, haha!’
Ik vind wel dat we als westerlingen moeten gaan matigen. Zelf rijd ik bijvoorbeeld uit principe een oude Volvo, een 940 van dertig jaar oud, die op gas rijdt. Mijn kinderen zijn veganisten en ik probeer ook steeds bewuster te worden van wat ik eet en koop. Matigheid in die zin vind ik belangrijk en daarin doe ik mijn best.
Toch ben ik geen matig mens. Mijn vriendin is dat wel en mijn adoptieouders waren dat ook. Zij leefden heel zuinig. Er was weinig geld en luxe kenden we niet. We vlogen nooit en gingen altijd met dezelfde tent op kampeervakantie. Maar toen mijn zoon als kind een legotrein wilde, kocht ik die meteen. Al kostte het 183 euro. Over de prijs van de legotrein jokte ik dan wel weer tegen mijn vriendin, haha!’
Hoop
‘Mijn favoriete film is The Shawshank Redemption met Morgan Freeman. Hij is een groot acteervoorbeeld voor mij. In elke rol brengt hij zo veel wijsheid, dat je de dingen anders gaat zien terwijl je naar hem kijkt. In een van de prachtigste scènes uit die film leest Morgan Freeman een brief van zijn vriend Tim Robbins.
Robbins vraagt hem daarin over zijn angst voor het beginnen aan een nieuw leven heen te stappen. Hij zegt: ‘Remember Red (naam van het personage van Freeman, red.), hope is a good thing. Maybe the best of things.’
Ja, hoop is het mooiste wat er is. Het overstijgt alles. Het idee dat je altijd op iets mag hopen en dat hoop mag blijven bestaan. Ik hoop op veel dingen. Bijvoorbeeld op die ene mythische rol waarin ik alles kan leggen. Maar ook op een wereld waarin we als mensheid dichter bij elkaar komen en meer liefde voor elkaar hebben.
‘Mijn kinderen zijn de eerste familieleden die op mij lijken. De liefde die ik toen voelde, kende ik niet.’
‘Toneel biedt jongeren de kans om live te ervaren hoe je kunt reflecteren op goed en kwaad, keuzes en deugden. Dat is hoopvol.’
In deze tijd, met een verrechtsing in de politiek en steeds minder budget voor kunst, is het in onze sector moeilijk. Onderling noemen we elkaar strijder. Toch blijf ik hopen, vooral voor jongeren. Toneel is hardop samen nadenken. Het biedt hun de kans om live te ervaren hoe je kunt reflecteren op goed en kwaad, keuzes en deugden. Dat is hoopvol. En het is het waard om voor te knokken.
Ook hoop ik voor mijn twee prachtige kinderen op een tijd met meer hoop, en ik denk er de laatste tijd veel over na hoe ik daar meer aan kan bijdragen.’
Liefde
‘Mijn vriendin, theatermaker Mariëlle van Sauers, schreef de teksten voor de tentoonstelling Christendom en slavernij in Museum Catharijneconvent. We begeleidden de bezoekers in de tentoonstelling doordat de teksten, door mij ingesproken, op grote beeldschermen door de hele expositie te zien waren. Hoe mijn vriendin schrijft, spreekt me enorm aan.
Ze is ook van kleur en stelt moeilijke vragen over pijnlijke onderwerpen. Haar hele denkproces fascineert me. Ik speel die teksten en breng ze over, omdat ik dat als acteur kan en geleerd heb. Maar zij is degene die als tekstschrijver maandenlang deze gedachten over de eeuwenlange pijn van het slavernijverleden naar iets hoopvols probeert te brengen. Dat dat geen makkelijk proces is, kan ik dan heel goed aan haar zien.
Ik werd als baby van drie maanden geadopteerd en groeide op in een wit gezin. In Drenthe was ik het enige kind van kleur in de wijde omgeving. Dat was gewoon zoals het was. Later, in Amsterdam, zat ik in een klas met andere kinderen van kleur. Door mijn Drentse accent vonden zij me juist weer erg wit. Als puber en jongvolwassene zocht ik mijn eigen weg hierin. Toen ik ouder werd, bezocht ik Congo, waar mijn biologische vader vandaan kwam. Dat hielp om mezelf beter te leren kennen.
‘Vanuit naastenliefde kun je begrip hebben voor anderen.’
Op mijn 32e werd ik vader, eerst van een dochter, daarna een zoon. Alles veranderde. Mijn kinderen zijn de eerste familieleden die op mij lijken. De liefde die ik toen voelde, kende ik niet. Die bloedband – je kijkt naar iemand en je ziet jezelf terug in de ander. Hoeveel liefde daarbij komt kijken, dat kan ik niet eens beschrijven.
Mijn ouders voedden mij op met naastenliefde. Mensen vragen weleens waarom ik zo makkelijk contact maak met anderen. Dat zit gewoon in me. Mijn vader Bert had dat ook. Naastenliefde is de basis daarvan. Ik ben dankbaar dat ik daarmee opgroeide.
Het is fijn om te ervaren dat als je iemand vanuit naastenliefde benadert, je elk mens kunt ontmoeten, ongeacht klasse, rang of situatie. We zijn allemaal mensen. Vanuit naastenliefde kun je begrip hebben voor een ander en iemand ruimte durven geven.’
Freelance acteur in theater, film en op tv
Gustav Borreman (1969) begon zijn carrière in 1991 bij theatergroep De Nieuw Amsterdam, en studeerde in 1997 af aan de Amsterdamse Theaterschool. Hij werkt als freelance acteur in het theater, film en televisie, en regelmatig als trainingsacteur en coach.
Jarenlang maakte hij episch muziektheater met zijn eigen jeugdtheatergroep Lange Mannen. De afgelopen jaren was hij onder andere te zien in de producties ‘Leedvermaak’ en ‘Tori’ bij Het Nationale Theater. In 2024 won hij de Gouden Krekel voor zijn spel in ‘De Nederlandsche Cocaïnefabriek’ van de Tafel van Vijf.
Bij het grotere televisiepubliek is Borreman vooral bekend door zijn rol als Duane in ‘Penoza’, en als vader van ‘Abi’. In 2023 werd hij voor zijn rol als Alex in de dramaserie ‘De droom van de Jeugd’ genomineerd voor een Gouden Kalf.
Dit seizoen is hij op toneel te zien in de HipHopOpera ‘Lennox’ bij De Nationale Opera, ‘Circle Mirror Transformation’ van Toneelschuur Producties, en in ‘Phaedra in Vlammen’ bij Het Nationale Theater.
Dit verhaal is geplaatst in het Nederlands Dagblad. Foto: Martin Waalboer