Minister Hanke Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ziet ruimte voor kerken om een verbindende rol te spelen in het proces na de komma. ‘De kerk heeft toegang tot de spirituele leefwereld van mensen. Dat is waardevol.’
Aan het eind van het internationale symposium ‘Slavernij, doorwerking en bevrijding’ van de Raad van Kerken en de Protestantse Theologische Universiteit krijgt minister Hanke Bruins Slot het woord. Ze is terughoudend om conclusies te trekken, zegt ze vooraf.
‘Dialoog en verbinding zijn twee belangrijke woorden. En daar hoort ook het oncomfortabele gesprek bij, waarin we open en eerlijk naar elkaar moeten zijn’, vertelt ze weloverwogen. Dan stelt ze een vraag aan alle gasten: ‘Hoe kunnen we met elkaar vanuit de verbindende rol die de kerk kan spelen, het verschil maken?’
De CDA-minister heeft niet meteen een antwoord op haar eigen vraag, zegt ze na afloop van het symposium in de Utrechtse Domkerk. ‘We leven in een samenleving van snelle antwoorden. Maar het is goed de tijd te nemen om het gesprek te voeren, om zo tot verdere acties te komen.’
Telkens kiest ze haar woorden zorgvuldig. ‘Ik heb vandaag een kracht gezien binnen kerken en geloofsgemeenschappen. Ze voeren de dialoog met elkaar, ze reflecteren op de eigen geschiedenis en op de doorwerking van het slavernijverleden. De kerk heeft toegang tot de spirituele leefwereld van mensen. Dat is waardevol. In het proces na de komma is de kerk ontzettend belangrijk.’
Moedige stap
Hoe die rol er concreet uit komt te zien, zegt de bewindsvrouw nu niet. ‘Ik zal als minister nooit tegen de kerken zeggen dat ze iets moeten doen, maar ik vind het waardevol dat de kerkelijke leiders met elkaar het gesprek aangaan. En daarbij oncomfortabele vragen, over bijvoorbeeld de rol van de kerk in de slavernij, niet schuwen. Dat is een moedige stap voorwaarts.’
Op 19 december vorig jaar maakte premier Mark Rutte excuses voor het slavernijverleden namens het Nederlandse kabinet. Daarin had Rutte het niet over een punt, maar over een komma. Sindsdien gaat Bruins Slot zelf ook de dialoog aan over het slavernijverleden met onder meer jongeren, nazaten van tot slaaf gemaakten en andere betrokkenen. Dat doet ze om beter zicht te krijgen op wat de slavernij-excuses voor hen betekent.
De rode draad in de gesprekken is onder meer het onderwijs. Ook tijdens het symposium viel het woord onderwijs. René de Reuver, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, zei dat hij op de lagere school ‘nauwelijks’ iets over het slavernijverleden geleerd heeft. Bruins Slot: ‘Het verhaal van het slavernijverleden is altijd vanuit één perspectief verteld, maar er zijn veel verschillende perspectieven. Die hebben alle ruimte nodig.’
Veroordeling en discriminatie
Wat verder ter sprake kwam in de gesprekken is een plek waar de geschiedenis van het slavernijverleden verteld wordt. ‘Daarom is het goed dat er een slavernijmuseum in Amsterdam komt’, stelt ze. ‘Het is nodig om deze dialoog met iedereen te voeren. Sommige mensen maken dagelijks racisme mee, voor anderen is het nog onbekend.’
Ze vindt het vooral ‘indringend’ om te horen dat talentvolle jongeren in Nederland op verschillende plekken met veroordeling geconfronteerd worden. ‘Een jongere hoort niet te maken te krijgen met vooroordelen en discriminatie.’
‘Mijn vraag aan de kerken blijft: hoe kunnen we elkaar versterken?’
Het blijft niet bij de dialoog. Eerder werd bekend dat het kabinet 200 miljoen euro uittrekt voor een bewustwordingsfonds. De minister doet geen uitspraken of het fonds ook ingezet kan worden voor kerkelijke activiteiten. ‘We willen eerst een zo breed mogelijke dialoog voeren met nazaten en betrokkenen om scherp te krijgen waaraan het geld besteed zou kunnen worden.’
Verder wordt gewerkt aan antidiscriminatievoorzieningen. En samen met staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Koninkrijksrelaties) heeft de minister aangekondigd dat op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die bijzondere Nederlandse gemeenten zijn, de algemene wet gelijke behandeling wordt ingevoerd.
Een aantal jaar geleden zou Bruins Slot het verhaal over het slavernijverleden nog hebben verteld vanuit de geschiedenisboeken van de jaren tachtig. Nu is dat wel anders, en ziet ze hoe het verleden doorwerkt in het heden.
Krachtige verhalen
Vorig jaar bezocht ze enkele eilanden van Caribisch Nederland. ‘Daar hoorde ik naast verhalen over de doorwerking van het verleden, ook veel verhalen van kracht. Die mogen ook verteld worden. Het zijn verhalen over opkomen voor elkaar, en een goede toekomst voor elkaar krijgen voor anderen. Dan denk ik aan strijders, zoals Tula, Boni en Anton de Kom. Dat zijn verhalen die iedereen in de samenleving meer mag horen. Ook in het onderwijs.’
‘Dit symposium is het begin van een verdere dialoog’, stelt de minister. ‘Mijn vraag aan de kerken blijft: hoe kunnen we elkaar versterken?’
Dit verhaal is geplaatst in het Nederlands Dagblad. Foto: Leonard Walpot