Jurjen ten Brinke Gerda van Veen

Jurjen ten Brinke en Gerda van Veen verschillen in geloofsbeleving

Hoe geloof je in God in deze moderne tijd? Is de kerk daarbij noodzakelijk? Jurjen ten Brinke, christelijk-gereformeerd evangelist, gaat voor in kerken en Gerda van Veen, Graceland-directeur, gaat niet naar de kerk. Ze vinden elkaar bij de kern van het geloof. ‘God is groter dan de Bijbel en de kerk. Dat zeg ik vanuit het besef dat ik met beide ben opgegroeid.’

Wanneer Gerda van Veen (52) directeur van Graceland Festival – een christelijk kunst- en cultuurfestival – het pand van het Nederlands Dagblad binnenstapt, begroet voorganger en EO-presentator Jurjen ten Brinke (46) haar met een glimlach en stelt hij zich voor. ‘Ik dacht al: wat kijkt die man vriendelijk naar me’, lacht ze. 

Hoewel ze elkaar nog nooit hebben ontmoet en hun geloofsbelevingen verschillen, gaan ze openhartig in gesprek over geloven en kerk zijn anno nu. Daarbij houden ze oog voor de ander en blijven ze respectvol, ook als het schuurt rondom lhbt+.

Wat betekent geloven in God in de huidige tijd?

Gerda: ‘Mijn geloof in God is veranderlijk. Op dit moment betekent het dat ik me verbonden voel met God en daar vind ik rust in. Ik heb het idee dat het goed zit tussen God en mij.’

Jurjen: ‘Hoe verandert geloven voor jou?’

‘Jezus is mijn houvast in deze wereld met zo veel polarisatie.’

Gerda: ‘Soms twijfel ik of het tussen God en mij wel écht goed zit. Vorige week nog. Die twijfels komen meestal door wat andere christenen zeggen. Dan denk ik: ik hoor daar niet bij. Zulke momenten doen me twijfelen aan de bron van mijn geloof. Later zakt dat gevoel en denk ik: God en ik zijn wel oké.’

Wat zeiden die andere christenen dan?

Gerda: ‘Toen we de zeshonderd enquêtes na afloop van het Graceland Festival verwerkten, viel een bezoeker op die overal het cijfer 1 had ingevuld. Er stond in hoe het festival volgens deze persoon ‘draait om lhbt+ en hoe vreselijk God dat en het festival vindt’. 

Als christen wil ik niets met dit gedrag te maken hebben. Tegelijkertijd realiseer ik me: dit is een broer of zus in het geloof.’

Jurjen: ‘Dat herken ik wel. Ik vind het moeilijk als mijn integriteit in twijfel getrokken wordt door andere christenen. Maar als ik dan het gesprek aanga, ontstaat er iets positiefs. Tegelijkertijd kun je alsnog van mening verschillen. 

Geloven anno nu gaat voor mij om het voorwerp van het geloof: Jezus Christus. Voor mij zit daar geen vraag of gewiebel. Jezus is mijn houvast. In deze wereld met zo veel polarisatie, liefdeloosheid en gedoe, waarin mensen allemaal wat vinden en dat ook menen te moeten ventileren, ben ik ontzettend dankbaar dat er een God is die mij vasthoudt en aan wie ik mij kan vasthouden. Ik ben dankbaar dat Jezus op aarde is geweest en kan meevoelen wat het betekent om mens te zijn.’

Is je geloof ook veranderd in de loop van de tijd, Jurjen?

Jurjen: ‘Mijn geloof is de afgelopen negentien jaar dat ik met mijn vrouw en vier kinderen in Amsterdam woon, stabieler dan ooit geworden. Ik ben meer overtuigd geraakt van de kern van de bijbelse boodschap. Ik ben ook milder en genadiger geworden. Nu werk ik samen met religieuze leiders in de stad, juist vanwege de stevige overtuiging dat Jezus de weg, de waarheid en het leven is. Maar ik heb afstand genomen van het met de vinger wijzen.’

Gerda: ‘Waar komt die verandering door?’

Jurjen: ‘Door de invloed van de tijd en de stad – buiten de bubbel van de Biblebelt en de Gereformeerde Gemeente in Kampen, waar ik ben opgegroeid. In Amsterdam werd ik gedwongen ergens voor te staan. Daar zit mogelijk mijn haat-liefdeverhouding met de geloofsbeleving bij bijvoorbeeld Graceland. Ik omarm mensen met verschillende spirituele talen, maar voor mij wordt het geloof te wiebelig als het te afhankelijk wordt van mijn gevoel. Op die manier zou ik geestelijk niet overleven in Amsterdam.’

Gerda: ‘De plek waar je wieg heeft gestaan, bepaalt de spirituele taal waarmee je bent opgevoed. 

Ik ben opgegroeid in een gereformeerd boerengezin in Epe en heb er later ook zelf voor gekozen om christen te zijn. Ik ben dankbaar dat mijn spirituele taal het christendom is, waarin Jezus ook belangrijk is.

Ik ben een diep spiritueel mens. Ik durf te zeggen dat als ik in India was geboren, ik misschien hindoe zou zijn geweest. Dat kan voor sommigen eng klinken en kan een reactie oproepen als: ‘Dus alle wegen leiden naar dezelfde God?’ Ik heb werkelijk geen idee. Dit is wat ik als mens zie en ervaar. Ik zeg niet dat alle wegen naar dezelfde God leiden. Ik zie wel dat veel mensen zich tot God verhouden. Ik voel me wel meer verbonden met mensen die ook in God geloven.’

Het geloof laten zien

Jurjen: ‘Geloven is vaak iets van achter de voordeur, terwijl ik zoiets heb van: laat het zien. Het is een motivatie om te leven zoals je leeft. Ik ben benieuwd hoe jij dat ervaart.’

Gerda: ‘Ik zie een verschuiving in openheid over het geloof. Dertig jaar geleden was het onprettig om je geloof in God te uiten. Nu kun je zeggen wat je er interessant aan vindt. Met een team van tien christenen organiseren we het Graceland Festival en andere evenementen, zoals een kloosterretraite, vanuit een christelijke bron. Maar wat we maken, past niet direct in het christelijke hokje. Daar zit wel een verschil, waardoor jij misschien denkt dat het te vrij is. 

Wat wij maken, is gezond voor iedereen. Jij kunt zelf op de plek die Graceland biedt van die ruimte gebruikmaken om onderweg te zijn met jezelf, de ander en als je wilt ook met God. Ik geloof dat God groter is dan wat wij bedenken. Het is dus ook niet nodig om op zo’n festival alle antwoorden voor te kauwen.’

Hoe kijken jullie naar de kerk?

Gerda: ‘Ik geloof in de kerk als gemeenschap van gelovigen. Maar ik heb wel een zekere allergie voor het idee dat de kerk denkt het definitieve antwoord te weten. Dan moet je daar maar net inpassen, anders val je er buiten. Dat vind ik het gevaar van de kerk: zodra er wordt gezegd dat ‘dit het antwoord is’, zeg je ook wat het antwoord níet is en wie daar níet aan voldoet. Dat vind ik het enge aan de menselijke kant van de kerk.’

‘De lhbt+-leden die aanwezig zijn, kiezen vaak voor een leven als alleenstaande.’

Jurjen: ‘Ik ben door predikant Tim Keller getraind in wat hij ‘inclusieve prediking’ noemt. Daarbij ga ik niet uit van christelijke voorkennis en dogma’s. Onze kerk Hoop voor Noord is ook zo ingericht. Zodra de Bijbel, de kerk of de kerkelijke leer een waarheid wordt waarmee je definieert hoe het zit of waar je anderen mee om de oren slaat, kan ik er niets meer mee.’

Lastig aan de kerk

Gerda: ‘Wat ik lastig aan de kerk vind, en ik vraag me af hoe dat in jouw kerkgemeenschap zit: weerspiegelt je kerk de Nederlandse maatschappij? Zijn er percentages vrouwen, mensen met niet-Nederlandse wortels, mensen met een beperking en queer-mensen (mensen met een brede seksuele identiteit, red.) vertegenwoordigd?’

Jurjen: ‘Hoop voor Noord is een evangelicale Christelijke Gereformeerde Kerk met zo’n veertig verschillende culturen en variaties in sociale afkomst, met leeftijden van 0 tot 94 jaar. Ongeveer de helft van de mensen heeft een niet-Nederlandse achtergrond. We verwelkomen ook mensen uit de lhbt+-gemeenschap, hoewel we geen getrouwde homoseksuelen of lesbiennes in de gemeente hebben. De lhbt+-leden die aanwezig zijn, kiezen vaak voor een leven als alleenstaande.’

Pelgrimsplek tijdens Pride

‘Ik wil een verhaal met je delen en ben benieuwd naar je reactie. Vorig jaar kregen wij een verzoek om een pelgrimsplek te zijn tijdens de Pride Pilgrimage in Amsterdam. Binnen het leiderschapsteam hebben we besloten om als kerk daar op dit moment niet aan mee te doen. Onze kerk – met veel broeders en zusters uit het Midden-Oosten en Afrika – ziet die ruimte niet en bovendien ligt het thema homoseksualiteit in die culturen erg gevoelig. Dat heb ik uitgelegd aan de organisatie en ze gaven aan dit te begrijpen.

Vervolgens werden we op sociale media door hen getagd in berichten met opmerkingen als: ‘Jullie deur was helaas voor ons gesloten. Hopelijk zijn we de volgende keer welkom en worden jullie wel inclusief.’ Dat raakte me. We doen veel voor kinderen, tieners, slechthorenden, dak- en thuislozen, we vertalen elke zondag naar diverse talen – en nu wordt ons door een vergrijsde kerk verweten dat wij niet inclusief zouden zijn.

Alsof anderen het recht hebben om te bepalen wat inclusief-zijn inhoudt. We maken deel uit van een landelijk kerkverband waar het huwelijk wordt gezien als een verbintenis tussen man en vrouw. Wij kunnen in de missionaire praktijk onze eigen keuzes maken, maar we zijn geen kerk waar we de regenboogvlag uithangen. Het doet me pijn dat wij dan als exclusief worden gezien.’

Gerda: ‘Ik ben benieuwd waarom het je zo raakt. Waarom word je er boos over? Mag ik erop reageren?’

Jurjen knikt.

Gerda: ‘Het is prachtig hoeveel culturen je in je kerk hebt. In de samenleving is ongeveer 7 procent van de mensen queer, een aanzienlijk percentage. Wat ik hoor, is dat het voor jou lastig is omdat homoseksualiteit binnen de Afrikaanse gemeenschap nog complexer ligt dan hier in Nederland. Je voelt je verantwoordelijk voor die groep. 

Maar die 7 procent is er ook. Zij hebben ook behoefte aan een veilige kerk. Waarom is dat percentage dan geen onderdeel van de geloofsgemeenschap of je kerkelijke organisatie? Waarom zijn er bijvoorbeeld geen homoseksuelen in de oudstenraad?’ 

Jurjen: ‘Er is in het kerkleiderschap alle ruimte voor mensen die homoseksueel zijn en geen relatie hebben.’

God overboord gezet

Gerda: ‘Ik ken meerdere christelijke homoseksuele mensen die dachten dat celibatair leven de oplossing was, omdat dat hun in de kerk werd verteld. Maar ze liepen vast en kozen ervoor God overboord te zetten om een relatie te kunnen hebben. Dat maakt mij verdrietig en boos. Hoe kan het dat zij die boodschap hebben gekregen?’

‘Zou het kunnen dat we nu moeten luisteren naar het gesprek over queer, dat in veel kerken wordt gevoerd?’

Jurjen: ‘Persoonlijk volg ik een orthodoxe bijbeluitleg bij dit onderwerp en daar wil ik me voor verantwoorden. Laatst kreeg ik een mooi compliment van homoseksuele vrienden. Ze zeiden: ‘Jur, we vinden het ontzettend irritant dat je ons huwelijk niet zou inzegenen, maar je bent wel onze beste vriend.’ Ik waardeer het dat zij die kant van mij accepteren. 

Waar ik me tegen verzet, is dat het pas inclusief zou zijn als iedereen hetzelfde denkt. Ik wil graag de gehele kerk zien als een lichaam van Christus. We hoeven als kerken niet allemaal hetzelfde te zijn, maar ik wil wel met de ander op zoek naar een plek waar hij tot bloei komt.’

Gerda: ‘Kan jouw kerk die plek zijn voor getrouwde homoseksuelen?’

Ergens recht op hebben

Jurjen: ‘Dat kan zeker mijn kerk zijn. Maar als iemand me het gevoel geeft ergens recht op te hebben en zegt: ik eis van jou dat je ervoor zorgt dat niemand in de kerk iets zegt over hoe ik in het leven sta, of je nu dakloos, miljonair of queer bent – kan ik dat niet garanderen. Het gaat mis op elk terrein van het leven als mensen binnenkomen met het gevoel dat ze ergens recht op hebben.’

Gerda: ‘Voor mij is het heel simpel: homo’s zijn mensen en ze willen naar de kerk. Halleluja. Dat is mijn diepe overtuiging. Ik merk dat wij allebei het liefdevolle gesprek willen faciliteren tussen mensen met verschillen. Jij hebt het over mensen die denken ergens recht op te hebben. Maar zonder zulke mensen verandert er niets. 

Het gezicht van God

Er is een luide tegenbeweging nodig om zaken te veranderen. Vrouwenemancipatie heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat ik mag stemmen. Zou het kunnen dat we nu moeten luisteren naar het gesprek over queer, dat in veel kerken wordt gevoerd? Want als kerk wil je toch het gezicht van God laten zien?’

Jurjen: ‘Jazeker. Maar het kan zijn dat christenen de Bijbel lezen en tot een verschillende conclusie komen op dit punt. Dan is de vraag: hoe gaan we met elkaar om? Voor mij is het belangrijk om naar elkaar te blijven luisteren.’

Graceland trekt bezoekers die niet meer naar de kerk gaan. Wordt het festival een soort kerk?

Gerda: ‘’Kerk’ zou ik het niet snel noemen. We gaan wel aan de slag met de vraag: zijn we een nieuwe vorm van geloofsgemeenschap? En wat houdt dat in? Kan dat eigenlijk, want we zijn een fluïde groep. Ik denk wel dat Graceland een alternatief is op de beweging van kerken die leeglopen en waar de jongere generatie niet altijd meer aansluiting vindt.

‘God is groter dan onze ideeën, dus leer elkaar maar kennen.’

Wat me wel zorgen baart, is of festivalbezoekers het verhaal van God nog leren kennen. Ik heb in mijn opvoeding veel bijbelkennis meegekregen. Ik herken het lied van God, maar jongeren zonder die historie herkennen dat lied misschien niet. 

Mijn drie kinderen hebben dat ook minder meegekregen, omdat we niet verbonden zijn aan een kerk. Hoe gaan zij hun weg vinden? Voor mij is God groter dan de Bijbel en de kerk, maar dat zeg ik vanuit het besef dat ik met beide ben opgegroeid.’

Wat is de schoonheid van de lokale kerk?

Gerda: ‘Je ziet een stukje van Gods liefde in de mensen die je ontmoet, mensen die je anders misschien nooit zou tegenkomen. Ik denk dat je een gezegende positie hebt in Amsterdam-Noord, Jurjen. Veel kerken zijn geen afspiegeling van de samenleving. Ze zitten vaak in een exclusieve bubbel waarin mensen elkaar alleen maar bevestigen. Dat is ook mijn eigen risico zonder kerk.’

Jurjen: ‘In een kerk komen inderdaad mensen samen die elkaar niet hebben uitgezocht. Je mag in de kerk over van alles verschillend denken, graag zelfs. God is groter dan onze ideeën, dus leer elkaar maar kennen.

Het ultieme voorbeeld hiervan vond een paar maanden geleden bij ons plaats. Een miljonair en een dakloze stonden naast elkaar aan het avondmaal. De een heeft tientallen miljoenen euro’s, de ander bijna niets. Toch ontvingen ze hetzelfde brood en belijden ze allebei dat ze Jezus nodig hebben. Dat is voor mij het summum van kerk-zijn: dat je wordt uitgedaagd om de persoon naast je lief te hebben.’

Twee keer in een leefgemeenschap

Jurjen ten Brinke (1978) is voorganger en evangelist bij Hoop voor Noord in Amsterdam-Noord, een multiculturele gemeente binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken. Daarnaast werkt hij als radio- en televisiepresentator bij de Evangelische Omroep. Hij woont met zijn gezin in een christelijke leefgemeenschap in Amsterdam-Noord.

Gerda van Veen (1971) is directeur van het Graceland Festival, een plek waar bezoekers onderweg zijn met zichzelf, hun medemens en God. Ze is daarnaast eigenaar van een managementadvies- en coachingbureau. Ze woont met haar gezin in een leefgemeenschap in Tolbert, in de provincie Groningen.

Dit verhaal is geplaatst in het Nederlands Dagblad. Foto: Sevilay Maria

Scroll naar boven