Willie James Jennings

Willie Jennings geeft lezing over hoop en Martin Luther King, Jr

Hoop is een discipline – een manier van leven, geïnspireerd op Jezus, stelt de Amerikaanse theoloog Willie James Jennings. In een wereld die soms uitzichtloos lijkt door oorlog en onrecht, wijst hij op het voorbeeld van Martin Luther King, Jr. ‘Wees nabij mensen in pijn en armoede.’

Willie James Jennings was pas acht jaar toen Martin Luther King Jr. werd doodgeschoten bij het Lorraine Motel in Memphis, Tennessee.

Voor Jennings, baptistendominee, theoloog en hoogleraar aan Yale University, is King een voorbeeld als het gaat om Jezus navolgen en hoop houden in turbulente tijden. Ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van Kings eredoctoraat houdt Jennings, een goedlachse en vriendelijke man, een publiekslezing aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

U was jong toen King overleed. Wat herinnert u zich van die periode?

‘Ik herinner me van mijn ouders hoe hoopvol mensen waren. Maar er was net zoveel angst: angst voor hem en om hem. 

Er was angst dat King wraakacties zou uitlokken tegen de zwarte gemeenschap van witte groepen die de veranderingen waar hij en de burgerrechtenbeweging voorstonden niet wilden accepteren. In de Verenigde Staten volgt op elke stap vooruit in rassenongelijkheid bijna altijd een tegenreactie. 

Tegelijkertijd was er angst om zijn leven. Vanaf 1961 klonk het: ‘Ze gaan hem vermoorden’. Voor veel mensen werd het onvermijdelijk dat iemand King zou doden.’

Denkt u dat hij zelf ook besefte dat dit zou gebeuren?

‘Hij zag hoe groot de weerstand was tegen de veranderingen die nodig waren om het leven van zwarte mensen, en eigenlijk van alle mensen, te verbeteren. Tegelijkertijd was er ook een ongelofelijke hoeveelheid energie, hoop en vastberadenheid om de status quo te veranderen.

In zijn laatste preek ‘I have been to the mountain top’ werd die strijdkracht zichtbaar. We weten dat het moeilijk wordt, maar we gaan door voor ons allemaal, was de boodschap. Wat King leidde was zijn diepe toewijding aan zijn geloof en het besef dat hij in alles de weg van Jezus bewandelde.’

Het is vijf jaar na Black Lives Matter. Hoe omschrijft u de tijd waarin we leven?

‘We leven in een nieuwe golf van tegenreactie, niet alleen in de VS, ook op andere plekken in de wereld. Er is erkenning dat racistische structuren bestaan, die mensen van kleur en de zwarte diaspora raken.

Vooral in Amerika zie je een terugslag, alsof er een elastiek terugschiet. We zitten in de meest reactionaire fase sinds vijftig jaar. De stappen achteruit zijn schokkend. Wie had gedacht dat er weer discussies zouden zijn op scholen over hoe je onderwerpen als de Burgeroorlog, slavernij of de burgerrechtenbeweging moet onderwijzen?

Het huidige leiderschap laat dit ook zien: dat is een extreem voorbeeld van niet willen erkennen van het raciale verleden van Amerika. Eigenlijk hebben we dat verleden nooit goed onder ogen gezien of er goed onderwijs over gegeven.’

De tijden zijn dus ontstuimig. Is er nog wel hoop?

‘Ik geloof dat er altijd hoop is. Hoop is een discipline – geen gevoel of intuïtie. Het is een manier van leven waarin we ons inzetten voor onszelf en voor anderen om vooruit te blijven gaan. We leren lessen uit het verleden, erkennen pijn en verdriet, zowel van vroeger als nu, en we proberen daar iets vruchtbaars van te maken.

Natuurlijk zie ik dat het voor jongere generaties een uitdaging is om hoopvol te blijven. Als je een jongere van kleur van 25 jaar in de VS bent, heb je acht jaar Obama meegemaakt, vier jaar Trump en nu weer Trump. Je hebt de coronapandemie meegemaakt, de Black Lives Matter-protesten, de dood van George Floyd en anderen. Het is begrijpelijk dat je cynisch wordt. Vanuit dat perspectief lijkt het leven een terugkerende nachtmerrie. 

‘Zoals King zei: wees nabij mensen in pijn en armoede, en richt je leven op het doorbreken van onrecht.’

Wat ik altijd zeg: je hoeft dit moment niet per se als hoopvol te zien, maar vergeleken met wat je voorouders als tot slaaf gemaakten hebben doorgemaakt, is dit wel een hoopvolle tijd. 

We leven niet meer in de hoogtijdagen van het kolonialisme. Ja, koloniale structuren bestaan nog, maar niet meer op dezelfde schaal als toen. Dat komt dankzij een enorme inzet van zovelen die ertegen hebben gestreden.’ 

Hoe kunnen we dan hoop houden?

‘Ik stel mezelf altijd de vraag: waarom zou je hopen in plaats van hoe kunnen we hopen? Dat antwoord ligt in de manier waarop je leeft. Predikant Jesse Jackson zei ooit: hoe houd je hoop levend? Dat doe je door je geschiedenis te kennen, je te voeden door alles wat inspireert zoals gospel en blues, en je te verbinden met de aarde, met anderen, met het leven. Zoveel mensen zijn al verder gegaan op dit pad en ze blijven vechten. Zij laten zien hoe hoop telkens kan opbloeien.’

Hoe ziet hoop als discipline er praktisch uit?

‘Het betekent je leven bouwen op de weg van Jezus. Voor mij is dat een leven van geweldloosheid, van delen, bruggen bouwen, luisteren, aandacht hebben voor wie het minst wordt gehoord. En Jezus’ leer elke dag in de praktijk brengen. Zoals King zei: wees nabij mensen in pijn en armoede, en richt je leven op het doorbreken van onrecht.

Dat werk stopt niet na een dag, week of maand. Het vraagt een vol leven. Het mooie is: je doet dit werk niet alleen. Juist het samenwerken met anderen helpt je om hoop te houden. Hoop is niet alleen maar wensen dat het beter wordt. Het is iets doen, samen met anderen. Al is het maar één persoon helpen aan een plek om te slapen of een kind een goede maaltijd geven. Dat is hoop.’

Wat spreekt u aan in het geloof van King?

‘King liet zich in alles leiden door Jezus – zowel persoonlijk als in zijn inzet voor de burgerrechtenbeweging. Wat mij vooral raakt, is zijn geweldloosheid. In een wereld waarin geweld vaak als middel tot verandering wordt gezien, bleef hij trouw aan vrede. Die keuze moeten we elke dag opnieuw maken. Ook zijn zorg voor de armen blijft actueel. Armoede aanpakken hoort bij het volgen van Jezus – toen én nu. Hij had het over een beloved community, een geliefde gemeenschap.’

Wat bedoelde hij met die ‘geliefde gemeenschap’?

‘Dat is een samenleving waarin mensen echt om elkaar geven, waarin middelen eerlijk gedeeld worden, iedereen gehoord wordt en zorg voor elkaar vanzelfsprekend is. In zo’n gemeenschap zijn rechtvaardigheid, inclusiviteit en solidariteit niet zomaar idealen, maar zichtbaar in de manier waarop we samenleven. Niemand hoeft hongerig naar bed, niemand slaapt op straat. Er is toegang tot goede huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs en veiligheid, voor iedereen. Voor King was dit niet alleen een politiek ideaal, maar een manier om Jezus te volgen in het hier en nu.’

Wat wilt u tegen de kerk in Nederland zeggen?

‘Volg het leven van Jezus, en volg waar God je als kerk leidt. Hij leidt ons altijd naar de armen, tegen geweld en om die geliefde gemeenschap te creëren. We moeten als kerk serieus werk maken van het navolgen van Jezus. Veel kerken beseffen niet hoeveel kracht ze hebben. Martin Luther King, Jr. was een jonge man die ervoor koos Jezus te volgen – en kijk wat dat in beweging zette.

In kerken bidden we om opwekking, maar we moeten goed begrijpen wat dat echt betekent. Het gaat niet alleen om persoonlijke verandering, maar om verandering van de hele samenleving. Dat vraagt dat we de wapens neerleggen, zorgen voor de armen, en goed omgaan met de schepping.’

Dit verhaal is geplaatst in het Nederlands Dagblad. Foto: Carel Schutte

Scroll naar boven